Studenten: I. Keulen, S. van Oosten. Tutor: T. van Druenen
In dit rapport is het onderzoek naar de oorzaken van schimmelvorming in een jaren zestig woning in de Eindhovense wijk Vaartbroek beschreven.
De problemen omvatten schimmelgroei, scheuren in muren, kapotte voegen en gebroken bakstenen in de gevel van de woning. Omdat de auteurs voornamelijk gericht zijn op bouwfysica, zullen zij zich focussen op de schimmelvorming.
Ten eerste is een theoretisch onderzoek uitgevoerd waarbij blijkt dat de ideale condities voor schimmelvorming zijn: organisch materiaal dat water kan vasthouden, een relatieve luchtvochtigheid tussen de 90 en 100% en een PH tussen de 4 en 9 voor de meeste schimmels. Maar de meeste schimmels gedijen al bij een relatieve luchtvochtigheid van 55% en hoger. De ideale relatieve luchtvochtigheid hoort tussen de 30 en 60% te zijn in de woning.
Oorzaken van een hoge relatieve luchtvochtigheid en dus schimmelgroei zijn onvoldoende ventilatie, natte materialen veroorzaakt door bijvoorbeeld lekkages of doorsijpelend vocht van buiten of de bodem, of koudebruggen waar condensatie plaatsvindt.
Eigen onderzoek naar de waarden van de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur in de slaapkamer gecombineerd met eerdere onderzoeken in de woning concluderen dat de relatieve luchtvochtigheid in de woning (of in ieder geval de slaapkamer) hoger is dan de norm gezet door het RIVM. Dit is te wijten aan onvoldoende ventilatie omdat er verder geen sprake meer is van lekkages of doorsijpelend vocht. Het raamkozijn vormt een koudebrug, waardoor de lucht dichtbij het kozijn afkoelt en de relatieve luchtvochtigheid stijgt. Dit kan soms leiden tot condensatie wanneer de temperatuur van het kozijn laag genoeg is en er genoeg vocht in de lucht zit, maar dit is nauwelijks gebeurt tijdens de metingen. Door de hogere luchtvochtigheid dicht bij het raam kan al wel schimmelvorming ontstaan, en is geen condensatie nodig.
Het advies is om meer te ventileren door de ventilatieroosters open te houden en waar mogelijk de ramen open te zetten. Verder is het aangeraden om stof, kattenharen en zeepresten van oppervlakten te poetsen zodat het geen voedingsbodem voor schimmels vormt. Als laatste is gekeken naar de renovatieplannen van Woonbedrijf voor het huis. Deze richten zich voornamelijk op het verbeteren en verdichten van de thermische schil. Er wordt isolatie aangebracht, een nieuw dak, mechanische ventilatie en nieuw HR++ glas in de bestaande kozijnen. Deze lijken voor een deel het probleem van hoge luchtvochtigheid op te lossen door mechanische afzuiging, maar niet in alle ruimtes. Enige aspect waar door Woonbedrijf op gelet moet worden is of de kozijnen met het nieuwe glas geen ergere koudebrug vormen, aangezien de berekening in dit rapport liet zien dat het kozijn twee keer zoveel warmte geleid als het glas.
Tot aan de renovatie zal de situatie onder controle te houden moeten zijn met meer ventileren en schoonmaken. Hopelijk zullen de schimmel problemen na de renovatie verholpen zijn en zal dit de gezondheid van de bewoners goed doen.